De laatste weken is er veel discussie over het "strijkstokbeleid" van de Alpe d'Huzes. Hoewel alle vrijwilligers beweerden dat ze alles vrijwillig doen, blijkt dat sommige mensen toch grote vergoedingen gevraagd hebben. Hoewel ze het "compensatie voor gederfde inkomsten"noemden (in de tijd dat ze vrijwillige waren konden ze geen normaal werk verrichten), vind ik E 160.000,- toch wel een erg riant "compensatiesalaris".
Dit hele verhaal is niet eens de grootste rede waarom ik zo min mogelijk aan goede doelen geef. Mijn grootste bezwaar is dat het geven aan goede doelen een persoonlijke overtuiging zou moeten zijn, en geen opgelegd overtuiging.
Als een collectant bij mij aan de deur langskomt, dan heeft de collectant voor mij besloten waar ik mijn geld aan ga besteden. Er zijn in Nederland honderden goede doelen, maar er zijn er maar een paar die genoeg vrijwilligers op de been kunnen krijgen om huis aan huis langs te gaan. Zou ik dan aan een groot goed doel moeten geven, alleen maar om het feit dat dat zij veel vrijwilligers hebben?
Een ander voorbeeld zie je tegenwoordig vaak bij de emballage. Als ik flessen voor het statiegeld inlever, kan ik vaak kiezen om het geld te doneren aan een typisch algemeen goed doel, kortom zo'n goed doel "dat iedereen toch zou moeten steunen". Het is dan erg eenvoudig om op die knop voor het goede doel te drukken, want dat geld voel je toch bijna niet.
Dit is precies wat ik tegen wil houden: geld uitgeven wat je bijna niet merkt. Veel kleine bedragen maken een groot bedarg. Bovendien wil ik best een goed doel steunen, maar ik wil het weloverwogen doen.
Wat heb ik nu besloten? Ik ga het hele jaar niks geven aan goede doelen (uitgezonderd lokale dingen, zoals kinderpostzegels en het oranjecommite). Wel noteer ik alle goede doelen die mij interessant lijken. Op het eind van het jaar ga ik de lijst van goede doelen bekijken, en degene die mij het meest aanstaat (en die bovendien niet negatief in het nieuws is geweest) krijgt een bedrag. Meer dan een euro, want dat schiet niet op, maar gewoon een fatsoenlijk bedrag. Zuinig hoeft niet meteen krenterig te betekenen.
Dit hele verhaal is niet eens de grootste rede waarom ik zo min mogelijk aan goede doelen geef. Mijn grootste bezwaar is dat het geven aan goede doelen een persoonlijke overtuiging zou moeten zijn, en geen opgelegd overtuiging.
Als een collectant bij mij aan de deur langskomt, dan heeft de collectant voor mij besloten waar ik mijn geld aan ga besteden. Er zijn in Nederland honderden goede doelen, maar er zijn er maar een paar die genoeg vrijwilligers op de been kunnen krijgen om huis aan huis langs te gaan. Zou ik dan aan een groot goed doel moeten geven, alleen maar om het feit dat dat zij veel vrijwilligers hebben?
Een ander voorbeeld zie je tegenwoordig vaak bij de emballage. Als ik flessen voor het statiegeld inlever, kan ik vaak kiezen om het geld te doneren aan een typisch algemeen goed doel, kortom zo'n goed doel "dat iedereen toch zou moeten steunen". Het is dan erg eenvoudig om op die knop voor het goede doel te drukken, want dat geld voel je toch bijna niet.
Dit is precies wat ik tegen wil houden: geld uitgeven wat je bijna niet merkt. Veel kleine bedragen maken een groot bedarg. Bovendien wil ik best een goed doel steunen, maar ik wil het weloverwogen doen.
Wat heb ik nu besloten? Ik ga het hele jaar niks geven aan goede doelen (uitgezonderd lokale dingen, zoals kinderpostzegels en het oranjecommite). Wel noteer ik alle goede doelen die mij interessant lijken. Op het eind van het jaar ga ik de lijst van goede doelen bekijken, en degene die mij het meest aanstaat (en die bovendien niet negatief in het nieuws is geweest) krijgt een bedrag. Meer dan een euro, want dat schiet niet op, maar gewoon een fatsoenlijk bedrag. Zuinig hoeft niet meteen krenterig te betekenen.
Zo deed 'k op ook maar dan krijg je op 'n gegeven moment acceptgiro's toegestuurd, grbml, ook dat was niet precies de bedoeling,
BeantwoordenVerwijderengroet