vrijdag 22 juli 2022

Geen boer geen voer? En geen boer geen bier?

Hoewel de boeren hun demonstraties hebben veranderd van wegen en distributiecentra blokkeren in vlaggen verkeerd om ophangen, is de impasse geen millimeter opgelost: de regering heeft een stikstof probleem op te lossen, en de boeren liggen dwars. Dus hoogtijd voor weer een stukje harde cijfers. Een tijdje terug heb ik al gekeken naar waarom Nederland een groter probleem heeft dan omringende landen, nu is het tijd om de beroemde boerenkreet aan een analyse te onderwerpen:

Geen boer geen voer?

Zoals ik een tijdje terug vermeldde is ruim de helft van Nederland landbouwgebied, zowel akkerland als weideland. Omdat het stikstofprobleem niet over akkerbouw maar over veeteelt gaat, is het belangrijk om deze twee uit elkaar te houden. Dus is het handig om te kijken wat er zoal in Nederland verbouwd wordt. Met behulp van het CBS kom je uit op de volgende getallen:

We wisten al dat een gigantische taartpunt van Nederland begraasd wordt door vooral koeien, maar wat mij vooral in deze grafiek opvalt: de gigantische hoeveelheid mais. We verbouwen in Nederland meer mais dan alle soorten granen tezamen of alle soorten aardappelen. Een slordige 200.000 hectare met verdroogde lange stengels verstoren vanaf augustus het uitzicht op het boerenland. De mais voor mensenlijke consumptie is hierbij verwaarloosbaar: hier gaat het zuiver om inkuilvoer. Hoe zit het dan met al die verhalen van LTO dat Nederland de meest waardevolle landbouwgrond heeft van de hele wereld? Waarom verspillen we 40% van die kostbare grond door het verbouwen van veevoer?

Het FD liet het afgelopen week ook al zien: Nederlandse boeren richten zich meer op veeteelt dan op groenvoer:
Bron: FD

Waarom verbouwen ze niet genoeg graan? Is Nederland niet geschikt voor graan? Dat is een interessante kwestie. De NOS dook er een tijdje terug al in: graan levert simpelweg minder op. Graan wordt in Nederland vooral gebruikt voor vruchtwisseling: akkers moeten af en toe een ander gewas voortbrengen om bodemziektes te voorkomen. Zelfs met het stijgen van de graanprijzen voor de problemen in Oost-Europa loont het nauwelijks.
Mais levert simpelweg veel meer op: mais kan direct in de buurt door intensieve veehouderijen worden opgesnoept. En er is nog een heel groot ander voordeel: mais kan heel veel mest verdragen. Dus mais is om twee redenen een perfect gewas in de buurt van veeteelt. 

Maar het kan nog erger dan mais
Ondanks al die weides en maisplakken hebben we nog steeds niet genoeg om al die snuiten en snavels te voeden. Nederland importeert jaarlijks een slordige 4.200.000 ton soja vanuit onder andere Brazilie en de Verenigde Staten. Hiervan wordt grofweg een kwart weer geexporteerd, en van wat over is wordt van 20% soja producten gemaakt. De rest is vooral sojaschroot en wordt al veevoer gebruikt. Onze dieren eten dus een slordige 2.500.000 ton aan sojaschroot. 

Hier moet een uitdrukkelijke kanttekening bij gemaakt worden: sojaschroot is geen afval dat geen ander doel dient. Sojaschroot kan prima gebruikt worden als eiwitrijk meel, maar op dit moment is het voeren aan vee blijkbaar het meest economisch.

Uitgaande van een opbrengst van 4.5ton per hectare eet onze veestapel dus ongeveer een equivalent van 550.000 hectare. In Brazilie is dus een gebied zo groot als Gelderland platgebrand voor het voeren van ons vee.

Geen boer geen bier?

Deze kreet is de overtreffende trap van een sentimentele leuze. Dus laten we de sentiment gauw achterwege en met getallen komen: volgens het CBS is er ongeveer 30000 hectare aan gerst in Nederland, die ongeveer 200.000ton aan gerst oplevert. Uitgaande van 0.25kg per liter bier, kan je hier van dus pakweg 8Mhl (miljoen hectoliter, sorry voor de rare eenheid) brouwen. Als we dan kijken naar de bier productie en consumptie in Nederland, dan kom je ongeveer op dit plaatje uit:
Zoals je kan zien is Nederland een bierbrouwersland: ruim de helft van wat er gebrouwen wordt (22Mhl), wordt geexporteerd (13Mhl). Maar ons eigen gerst kan slechts 8Mhl bier genereren, niet eens genoeg voor onze eigen consumptie.

Conclusie:
Geen boer geen voer is een fabeltje, een spreukje om een vieze industrie recht te praten. Als boeren echt om onze voedselvoorziening gaven, dan zouden ze geen gras of mais verbouwen, maar graan.