woensdag 16 september 2015

Vermogensrendementsheffing: zo ontstaan fouten op internet

Vorige week vond ik nog veel onduidelijkheid over de nieuwe vermogensrendementsheffing, maar nu beginnen de regels redelijk uit te kristalliseren. Het is nu dus een getrapt systeem geworden met vanaf 25.000,- 2,9%, vanaf 100.000,- 4,7% en vanaf 1000.000,- 5,5%. Ik heb het rekentooltje aangepast.

Maar er blijft nog erg veel onduidelijkheid. Gelden de hogere tarieven vanaf 100.000 of vanaf 125.000,-, en welk vermogen is het "omslagpunt", oftewel, vanaf welk vermogen ben je duurder uit met de nieuwe regeling?

Een willekeurige greep uit het wereld wijde web:


http://nos.nl/artikel/2054503-belasting-3-miljoen-spaarders-omlaag.html:
"Het omslagpunt ligt voor de alleenstaande op een bedrag van ongeveer 240.000 euro."
"Voor vermogens tussen de 125.000 en 1.025.000 wordt het percentage 4,7."
http://marketupdate.nl/nieuws/economie/kredietcrisis/vermogensrendementsheffing-voor-rijken-omhoog/:
"Een korte rekensom leert ons dat iedereen met een vermogen tot €303.114 erop vooruit gaat door deze veranderingen."
http://www.vermogensrendementsheffing.com/
"Het omslagpunt ligt bij een vermogen van € 350.000. Daarboven betaalt de spaarzame burger meer belasting, eronder minder. "

Maar wat is waar?
Laten we ze allemaal eens handmatig berekenen:

Als de percentages verspringen bij 125.000,- en 1.025.000,-, dan is het omslagpunt bij 303.114:
2015:
30% van 4% over 303.114-21330 = 3381,41

2017:
30% van 2,9% over 100.000         = 870,--
30% van 4,7% over 178.114         = 2511,41
totaal:                                                3381,41


Als de percentages verspringen bij 100.000 en 1.000.000,- dan is het omslagpunt bij 238.828,60:
2015:
30% van 4% over 238.828,60-21330 = 2609,98

2017:
30% van 2,9% over  100.000-25.000       =   652,50
30% van 4,7% over 238.828,60-100.000 = 1957,48
totaal:                                                           2609,98  


Het vraag is wat nu de tarieven zijn. Ik heb zelfs de belastingtelefoon gebeld, maar die kunnen geen uitspraak doen over op handen zijnde wijzigingen.
Maar dankzij het commentaar van lezers die de wél wijs kunnen uit overheidsteksten, is het duidelijk dat de tarieven respectievelijk 100.000 en 1.000.000,- zijn.
De NOS heeft dus wel het omslagpunt goed, maar niet de tarieven. Ze hebben het blijkbaar niet zelf nagerekend. Hoe www.vermogensrendementsheffing.com aan 350.000,- komt, is voor mij een raadsel.

Wederhoor
Ik heb www.vermogensrendementsheffing.com proberen te mailen, maar hun emailadres werkt niet. Ik wacht nog op een reactie van de NOS.

zie ook
Wat is het effect van de nieuwe vermogensrendementsheffing? 
publicatie van rijksoverheid

10 opmerkingen:

  1. Geldt die nieuwe regel nog niet voor 2016?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. quote van NOS: "Het nieuwe systeem zou in 2017 in moeten gaan."

      Verwijderen
    2. Volgens mij gaat het systeem in per 1 januari 2016, geldt daardoor voor de belasting over het jaar 2016, waarover in 2017 aangifte wordt gedaan en ook in 2017 de belasting betaald moet worden.

      Verwijderen
  2. Wij hebben niet zo veel geld en zullen dat ook nooit krijgen.

    Valt er nog wat te verdienen aan afrondingsverschillen?
    https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/geldzaken/vraag-en-antwoord/mogen-winkeliers-betalingen-afronden-op-0-eurocent-of-5-eurocent

    Stel je koopt gemiddeld 30 producten per week in je supermarkt en je maakt de combinatie telkens zo dat het je 2 cent oplevert. Je moet er wat vaker voor door de winkel, maar het levert je naast de sociale contacten ook nog iets op. Grafiekje?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ja, zo ontstaan fouten dus op Internet...

    In het gelinkte document met de precieze wetswijziging staan twee tabellen die beide verband hebben met de vermogensrendementsheffing: op pagina 4 (bij wijziging artikel 5.2) en op pagina 5 (bij wijziging artikel 7.7). De eerste gaat over de 'normale' belastingplichtigen, de tweede over buitenlandse belastingplichtigen.

    Het interessante is nu dat uit de eerste tabel een einde van de eerste schijf bij €100.000 volgt en uit de tweede volgt een grens bij €125.000. Voor de meeste lezers van dit weblog en de aangehaalde nieuwssites zal de eerste grens gelden. In de toelichting staat dat dit verschil gehanteerd wordt omdat voor buitenlandse belastingplichtigen geen heffingsvrij vermogen geldt.

    Ook uit verschillende rekenvoorbeelden in de toelichting van de rijksoverheid blijkt dat de grenzen liggen bij €100.000 en €1.000.000. De NOS zit dus volgens mij goed en dichtbij het werkelijke omslagpunt van €238.828,60. We hebben dus geleerd niet van geruchten uit te gaan, maar de werkelijke voorstellen goed te bekijken...

    Overigens wel een interessante toelichting in het document hoe de fictieve rendementen bepaald worden: uitgaande van de gemiddelde mix sparen vs. beleggen en gemiddelde rendementen op beide in de afgelopen vijf jaar.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bedankt voor je gedetailleerde reactie! Ik ga de artikelen nogmaals eens uitpluizen. Zucht...waarom kunnen die rijksambtenaren geen leesbaar materiaal produceren?

      1 ding is zeker over de NOS: ze zijn niet consequent, want in hetzelfde artikel wordt gesproken over grenzen van 125000 en 1025000. Ze spreken verder helemaal niet over binnenlands en buitenlands geld.

      Verwijderen
    2. Hmm, ik zie dat zonder afrondingen tussentijds en alle stappen uit het wetsvoorstel het omslagpunt net boven €240.000 uitkomt. Hoe of waar in werkelijkheid afgerond moet/mag worden weet ik niet...

      Volgens mij zit het probleem vooral in het feit dat er vooraf iets uitgelekt is en vervolgens iedereen klok-klepel-verhalen half/geheel overneemt. Als je in het document voorbij de (lastig leesbare) wetsartikelen kijkt, komt er best een lange en leesbare toelichting. De oorzaak zit dus misschien meer bij (de kwaliteit van) journalisten dan bij de rijksambtenaren.

      Verwijderen
  4. Om te snappen hoe het werkt, is het belangrijk om te weten hoe men in Nederland belasting heft over vermogen. Vermogen wordt in Nederland belast in box 3 van de inkomstenbelasting. Om precies te zijn wordt niet het vermogen belast, maar het rendement op je vermogen. Je vermogen in box 3 is niet alleen (spaar)geld, maar ook beleggingen, onroerend goed (behalve je eigen woonhuis), bepaalde kapitaalverzekeringen en enkele andere zaken maken deel uit van je vermogen.

    Er wordt echter niet gekeken naar het wérkelijke rendement, dus bijvoorbeeld hoeveel spaarrente je echt hebt gekregen, hoeveel je beleggingen zijn gestegen in waarde of hoeveel huurinkomsten je uit de verhuur van je onroerend goed hebt ontvangen. Er wordt namelijk - tot nu toe - gesteld dat je áltijd 4% rendement maakt op je vermogen. Dat wordt ook wel een forfaitair rendement genoemd. En over dat (fictieve) rendement van 4% moet je 30% belasting betalen. Onderaan de streep betaal je dus 0,30 (want 30% belasting) * 4% rendement = 1,2% belasting over je vermogen. Dit heet inkomstenbelasting in box 3, ofwel vermogensrendementsheffing.

    De eerste € 21.330 tellen niet mee bij de bepaling van je vermogen. Dit is de vrijstelling in box 3. Deze wordt tot nu toe ieder jaar iets naar boven aangepast (in verband met indexatie ofwel inflatiecorrectie).

    In het Belastingplan 2016 staat dat vanaf 2017 een vrijstelling van € 25.000 in box 3 geldt per binnenlands belastingplichtige. De tekst in hoofdstuk 5 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 (het hoofdstuk dat gaat over box 3) wordt daarom aangepast. De eerste € 75.000 bóven deze vrijstelling worden belast tegen een fictief (ook wel forfaitair genoemd) rendement van afgerond 2,9%. Over dit fictieve rendement volgt in verderop een nadere toelichting. Je kunt dus stellen dat de eerste schijf € 0 tot € 100.000 betreft, waarbij de eerste € 25.000 vrijgesteld zijn. Daarna komt een tweede schijf van € 100.000 tot € 1.000.000 en een derde schijf voor iedere euro die je bezit boven de € 1.000.000 (of € 975.000 als je de vrijstelling ook in beschouwing neemt). Aan de euro's in deze twee laatste schijven wordt een hoger fictief rendement toegekend.

    Over dit totale fictieve rendement betaal je dan vervolgens weer 30% inkomstenbelasting in box 3, net als nu het geval is.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Voor buitenlands belastingplichtigen geldt geen vrijstelling. De eerste schijf is nog steeds € 0 tot € 100.000 alleen wordt er voor alle euro's in deze schijf 2,9% rendement verondersteld wat tegen 30% belast wordt. Daar zit wat verwarring. In het Belastingplan 2016 staat namelijk ook de nieuwe tabel voor buitenlands belastingplichtigen (hoofdstuk 7 wet IB 2001). In enkele mediapublicaties is men ten onrechte uitgegaan van deze tabel bij het berekenen van omslagpunten. Overigens zegt buitenlands belastingplichtig helemaal niets over waar het vermogen staat. Als je in Nederland woont, ben je binnenlands belastingplichtig. Als je in het buitenland woont en je hebt inkomsten in of vanuit Nederland waarover Nederland belasting mag heffen, dan ben je buitenlands belastingplichtig. Ongeacht waar je vermogen zich bevindt.

    Het fictieve rendement waarover 30% belasting wordt geheven, staat tot nu toe vast in de wettekst, namelijk 4%. Als het Belastingplan 2016 wordt aangenomen, dan is er geen sprake meer van vaste fictieve rendementen, maar wordt er ieder jaar een berekening gemaakt op basis van historische rendmenten op diverse beleggingscategorieën. Vervolgens is er per schijf een vaste verhouding vastgesteld tussen de verschillende beleggingscategorieën. In de eerste schijf wordt bijvoorbeeld gesteld dat er een verhouding is van 67% spaargeld en 33% beleggingen. Vervolgens wordt er voor beide categorieën (deze worden rendementsklasse I en II genoemd) jaarlijks vastgesteld wat het historisch gemiddelde rendement is geweest. De 2,9% voor de eerste schijf is feitelijk 67% van de gemiddelde spaarrente van de afgelopen jaren (1,63%) en 33% van het gemiddelde beleggingsrendement (5,5%). De rekensom is dan (0,67 * 1,63%) + (0,33 * 5,5%) = 2,9071%. Voor de tweede schijf is de verhouding 21% spaargeld en 79% beleggingen, dus (0,21 * 1,63%) + (0,79 * 5,5%) = 4,6873%. Iedere euro in de derde schijf wordt geacht 100% beleggingsrendement op te leveren. De rekensom is dan ook eenvoudig: 1,0 (100%) * 5,5% = 5,5%.

    Kortom: mensen met een (relatief) beperkt vermogen in box 3 - dit is het overgrote deel van de Nederlanders - gaan wat minder belasting betalen in box 3, omdat het fictieve rendement over de eerste euro's geen 4% meer is maar (afgerond) 2,9%. Je kunt op basis van deze gegevens berekenen bij welk vermogen in box 3 je méér belasting gaat betalen vanaf 2017 dan heden. Dit heet het omslagpunt. Voor een alleenstaande is dit ongeveer € 240.500. Nagerekend voor 2015: 30% belasting over een fictief rendement van 4% over een vermogen van € 240.500 - € 21.330 (vrijstelling 2015) levert € 2.630 aan te betalen inkomstenbelasting in box 3 op. Voor 2017: 30% belasting over (2,9071% * (€ 100.000 - € 25.000)) + (4,6873% * € 140.500), dit is eveneens (afgerond) € 2.630.

    Voor mensen met een fiscaal partner en een vermogen dat boven de grens van de eerste schijf uitkomt, zal het overigens lonend zijn om in je belastingaangifte verstandig te schuiven met het vermogen dat je toerekent aan beide partners. Voor beide belastingplichtige personen wordt - zoals het plan er nu ligt - de schijvensystematiek toegepast. Hiermee is mogelijk fiscaal voordeel te behalen.

    Ten slotte: het Belastingplan 2016 is een voorstel. Het is nog maar de vraag of dit plan uiteindelijk ongewijzigd zal worden aangenomen en omgezet in wetgeving. De tijd (geld is immers tijd) zal het leren...

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Bastiaan en Rolf, bedankt voor de commentaren! Verhaal klinkt erg aannemelijk, ik heb het aangepast.

    BeantwoordenVerwijderen